zondag 14 april 2019

Uit liefde

Grootste (7) heeft vaak moeite met het lezen van sociale zaken. Het vergt wat geduld om het concreet te maken voor hem, maar hij leert wel snel bij. 

Zijn vader is een man.  Hij speelt de rol van buitenwereld en houdt iets minder rekening met alle gedoe van Grootste. Dat is ook nodig en goed. Nu was papa dit weekend wat jolig. Hij was liedjes aan het zingen zoals "Ik heb een clubje opgericht, voor mensen met een lelijk gezicht.  Je hoort erbij, je hoort erbij!". Oudste ging helemaal over de rooie, ik hoorde het terwijl ik boven aan het werk was.  

Ik grijp eigenlijk nooit in bij deze dingen, anders kan ik wel naar beneden blijven rennen.  Ze moeten ook zelf hun relatie opbouwen, zonder dat ik als voortdurend stootkussen fungeer. 

Maar vanavond bij het naar bed gaan zei mijn man tegen zijn kinderen: "Zo, mama is klaar, opbokken naar bed!" Ik moest nog even de was doen dus hij had tanden gepoetst.  

Grootste ontplofte na die woorden.  "Papa gebruikt altijd stomme woorden tegen mij! Dat maakt mij verdrietig!"

Nu lukte het mij om mijn geduld te bewaren en hem niet voor overgevoelig uit te maken.  Als ik moe ben of overprikkeld kan ik dat minder vaak goed handelen.  Maar vanavond ging het dus goed, ik heb dit weekend goed mijn grenzen kunnen bewaken.  

Ik vergeleek de "stomme woorden " en liedjes van hun vader met een bekend gevoel van Grootste.  Als het kleinste broertje van één zich super schattig gedraagt heeft Grootste ook de neiging hem te willen opeten of in zijn mollige beentjes te bijten. "Dat is te vergelijken met de stomme woorden van papa.  Die bijt dan niet, maar plaagt vanuit een gevoel van liefde."

Hierna kon Grootste het begrijpen en papa en hij hebben elkaar gekust voor het naar bed gaan.  Als ik het zo op schrijf lijkt het simpel. Maar dit verklaren is uitputtend als je het 24/7 moet doen. 

dinsdag 9 april 2019

De perfecte moord

De aardigste docent die ik kende had direct ook een praktisch vak.  Bijna alles in het dagelijks leven heeft een relatie tot de algemene natuurwetenschappen.  Ik houd van het waarom achter alledaagse dingen.  

Werkstukken maken heb ik altijd leuk gevonden. Schrijven gaat mij makkelijk af. Maar het was wel afhankelijk van het onderwerp, alhoewel docenten meestal wel flexibel waren.  Al denk ik dat mijn eindwerkstuk voor algemene natuurwetenschappen bij de meeste docenten wel een wenkbrauw had laten optrekken...

De grens opzoeken was mijn ding. Van mijn hele vriendengroep, trouwens.  Maar ik ging niet verder dan provoceren. Ik wilde wel aardig worden gevonden, maar ook opvallen en mij niet schamen voor mijn vreemdheid.  Anderen in de groep maakte het niet uit wat er van hen werd gevonden. Voor hen ging het om de kick, de aandacht, op welke manier dan ook. Degene met wie ik mijn werkstuk samen deed was zo'n jongen.  Hij was gefascineerd door mij, omdat ik nooit ergens echt straf voor kreeg.  Ik kreeg echt ontzettend veel gedaan.  Het onderwerp van ons werkstuk had hij ook bedacht als een uitdaging voor mij.  Zou ik de leraar kunnen overtuigen, dat wij hierover mochten schrijven? 

Het werkstuk over de perfecte moord kwam er. Het belangrijkste was volgens ons dat je een willekeurig slachtoffer koos.  In ieder geval geen bekende.  Verschillende wapens en methodes kwamen voorbij, met ieder hun sterke en zwakke punten.  

De onderwijzer had ook nog goede tips over hoe je een lijk moest wegwerken.  Een bad met eerst loog en daarna wc eend, als ik mij niet vergis. Of het moet zoutzuur zijn geweest? In ieder geval lost dat het vlees op, de ontkalker alle botten. Scheikunde blijft fascinerend.  

Maar wat mij het meeste bij is gebleven, is dat ik enkele weken later met die vriend door een bos aan het wandelen was.  We waren naar de rest onderweg, maar liepen geheel alleen over de Veluwe. Daar vertelde hij mij, dat de enige reden dat hij niet iemand zou vermoorden de straf vervolging is.  

Heb ik een 15 jarige psychopaat uitgelegd hoe hij de perfecte moord kan plegen? 


Rotte appels en eieren

Op mijn tweede middelbare school was ik nogal rebels.  Ik haalde goede cijfers op het vwo, maar ik was chronisch aan het spijbelen om te blowen of te zuipen. Ik vond school saai.  De regeling was dan ook op een gegeven moment, dat als ik hoger dan een 7,5 stond ik niet bij dat vak aanwezig hoefde te zijn.

Ik hoorde bij een groepje, gothics waren we. Allemaal in het zwart, met zwarte make-up, ook de jongens. De anderen hielden mij op de hoogte over wanneer ik op moest komen dagen. Zo ook bij algemene natuurwetenschappen, een vak waarvoor ik een 9 stond omdat ik graag discovery keek. Wat een onzin vond ik het.   

De docent was echter een super aardige vent.  Hij zag dat ik mij gewoon kapot verveelde en moeite met mijzelf had, maar best een lief meisje. Hij liet mij op het bord schrijven toen zijn hand in het gips zat. Daarom had ik het meestal wel een beetje leuk in zijn lessen.  

Hij had mijn hart gestolen toen ik hem aan het testen was.  Uit verveling ging ik de haren van een jongen uit mijn groepje in de fik steken.  Uiteraard had ik altijd een aansteker op zak aangezien ik zo stom was om te roken.  

De jongen waarbij ik het deed schrok zich rot maar vond het ook fantastisch. De vlammen waren blauw en groen, dat hadden we nog niet eerder gezien. Dus mocht ik het nog eens doen.  En vlak voor de derde keer dat ik een zware gellok in vlammen op wilde laten gaan, stond die aardige docent aan onze tafeltjes. 

"Ruiken jullie dat?"

De stank in het lokaal was vreselijk.  Er hing een lucht van rotte eieren.  De meer normale kinderen om ons heen begonnen te morren en protesteren. Maar de docent bleef onverstoorbaar enthousiast.  Hij gaf uitleg over hoe de eiwitten in het haar bij verbranding deze lucht veroorzaakte. 

Het raam moest worden opengezet, ik kreeg een waarschuwing en dat was dat.  Ik kreeg direct een zwak voor die man.  Hij pakte mijn uitdagende actie en maakte er een natuurwetenschappelijk lesje van.  

Wat zou ik nog meer bij hem kunnen leren?

Een weg uit de put

Mijn leven lijkt zonder mij verder door te razen. Er gebeurt van alles, maar ik heb niet het idee dat ik het echt mee maak.  Dat ik er echt in aanwezig ben.  

Misschien kan ik mijn leven eenvoudiger maken door er over te vertellen.  Anekdotes, losse verhalen over wat ik heb meegemaakt.  Misschien als ik die allemaal uit schrijf, komt er een lijn in, een doel, een betekenis.  Een kern in mijn 'borderline'.

Want wie ben ik? Waarom ben ik hier? Waarom houd ik het vol? 

Hoe houd je het vol?
Dat vroeg de dame van het wijkteam aan mij.  Ik ben nu een jaar wanhopig overal aan het aankloppen voor hulp.  Ik ben psychisch niet in orde, maar heb drie kinderen.  De reden dat ik volhoud zijn zij.  

Hulp komt maar traag op gang.  Als je om hulp vraagt in ons bureaucratische land moet je voordurend er energie in blijven stoppen.  Achteraan blijven gaan. Iets wat gans onmogelijk is als je depressief bent. 

Enfin, ik houd vol.  Iedere keer krabbel ik weer op, zeker sinds ik kinderen heb. En misschien dat mijn huidige ellende en deze schrijverij wel een Magnus Opus van mijn leven te weeg brengt.